Hoe pak ik digitale cultuureducatie aan? 5 tips voor de ontwikkeling van digitaal aanbod

De wereld van jongeren is grotendeels digitaal en ook het onderwijs wordt steeds digitaler. Voor de meeste culturele instellingen is het doel om leerlingen ‘live’ de culturele locatie te laten bezoeken. Toch zijn er binnen je aanbod allerlei variaties mogelijk en kun je je voordeel doen met digitale werkvormen. In dit artikel vind je vijf concrete ontwikkeltips op basis van gesprekken met educatoren van diverse culturele instellingen uit heel Nederland en voorbeelden uit de praktijk.

8 min. lezen

Tip 1. Sluit aan op de basisbehoefte van de leerling

Leerlingen zijn van nature nieuwsgierig en leren graag in verbinding met anderen. De basisbehoefte van de leerling is namelijk verbondenheid. Dit gaat over de locatie waar het leren zich afspeelt, maar natuurlijk ook over sociale binding met de docent of educator en met de medeleerling. Het is dus slim om die behoefte aan te spreken, ook in een digitale opdracht.

Tip 2. Maak interactieve, afwisselende werkvormen met oog voor de groep

Voor een optimale betrokkenheid moeten de leerlingen zo actief mogelijk aan de slag zijn. Houd dit dus voor ogen bij het ontwerpen van activiteiten. Het is daarbij belangrijk om interactie te creëren tussen de leerling en het onderwerp (de voorstelling, de tentoonstelling), maar ook tussen de leerlingen zelf door de inzet van verschillende werkvormen. Groepsgevoel in de klas en online zorgt voor dynamiek en interactie. Zo blijven leerlingen beter bij de les.

Een voorbeeld van een educatief project waarin dit goed tot zijn recht komt is de Code Kunst Show van MU Play and learn.

Voorbeeld: MU Play and Learn

Bij Mu Play and Learn wordt educatiemateriaal ontwikkeld voor Hybrid Arthouse BijMu, waar hybride kunst altijd centraal staat in de vorm van installaties en performances, films en talks. “Je leert met ons lesmateriaal je computer te gebruiken als een kunstenaar. Want naast het coderen van apps en websites kun je ook kunstwerken coderen!”.

De Creatieve Code (Opent een externe link) is een leerlijn creatief programmeren rondom digitale kunst waarin wordt gespeeld met de scheidslijn tussen digitaal en fysiek. Harm Hofmans, hoofd educatie bij MU Hybrid Arthouse: “De centrale vraag is altijd: hoe vertaal ik dit werk naar de klas? We vinden het van belang dat de leerlingen live in aanraking komen met de tentoonstelling. Dat is het alternatieve klaslokaal. We werken in de lessen eromheen veel met jonge makers die dicht bij de digitale cultuur van kinderen en jongeren staan, zij ontwikkelen mee.” Een sterk voorbeeld is de Code Kunst show. De show is interactief, grappig en vraagt in spelvorm om input van leerlingen. Aan de hand van acht uiteenlopende werken leren ze digitale kunst kennen als een audiovisuele ervaring, en reflecteren op wat deze ervaring teweegbrengt bij de kijkers.

Tip 3. Weet wat je wilt overbrengen en pas de vorm aan op de inhoud

Zowel blended als online of hybride onderwijs vraagt om stevig ontwerp. Begin bij de vraag: wat is mijn verhaal? Wat wil ik overbrengen en wat wil ik dat de leerlingen maken en meemaken? Wat wil ik absoluut fysiek laten beleven, wat digitaal, hoe kan ik daar naartoe werken en hoe sluit ik het af? De totale ervaring moet een meerwaarde zijn voor de leerling en de inzet van digitale middelen een zinvolle in- of aanvulling voor je lesdoel.

Lees meer over de verschillen tussen blended, online en hybride onderwijs en hoe je deze digitale educatievormen inzet. 

Gebruik je digitaal beeld, dan is het van belang dat dit beeld optimaal past bij de inhoud van de les. Zorg ervoor dat de kwaliteit van het beeld hoog is en passend bij de doelgroep. Dus maak je een video, werk samen met een maker die meedenkt over het concept, met oog voor verschillende camerastandpunten dat het beeld spannender en aantrekkelijker maakt. Zorg voor verwondermomenten die kinderen nieuwsgierig maken en houden. Houd het kort en krachtig en kom tegemoet aan de spanningsboog van de doelgroep.

Voorbeeld: ICO

Het ICO in Assen heeft een bestaand project in het cultuurmenu (Opent een externe link) rondom het oude, niet meer bestaande klooster van Assen, verrijkt met een digitale online game. Daar waar het project eerst bestond uit drie fysieke gastlessen waarbij het moeilijk was om het oude klooster tastbaar te maken, is één gastles ingewisseld voor een game waarin het oude klooster tot leven is gebracht. Daarnaast sluit een game goed aan op de leefwereld van de leerling van nu, en is het sinds enkele jaren goed mogelijk om een game ook op de schooldevices via het schoolnetwerk af te spelen.

Natuurlijk moet er door de leerlingen ook een mysterie worden opgelost! In tweetallen dolen de leerlingen door de gangen van het klooster en lossen ze met behulp van een fysieke leskist in de klas allerlei vragen op. DEN interviewde het ICO over de ontwikkeling van deze game. Lees hoe zij in 9 stappen dit digitale project ontwikkelden

Opnamen bij het klooster in Assen, foto door Inger van Til

Tip 4. Pak de kans om inclusiever te zijn

Doordat je een fysieke afstand kunt overbruggen met digitale cultuureducatie, kun je inclusiever zijn voor groepen die anders niet of moeilijk een bezoek kunnen brengen aan de locatie en kun je virtuele ontmoetingen creëren. Dit is bijvoorbeeld handig voor leerlingen met een beperking. Maar ook om leerlingen kennis te laten maken met cultureel aanbod waarmee ze vanwege reistijd en afstand anders niet in aanraking zouden komen. . Deze vragen kun je stellen bij de ontwikkeling van inclusief aanbod:

  • Welke middelen heeft de doelgroep tot zijn beschikking?
  • Kan de beschikbare apparatuur die de doelgroep gebruikt het aanbod aan?
  • Wat weet je al over de didactiek die past bij deze doelgroep? 
  • Wat is er aan input nodig zodat deze leerlingen snappen wat er van hen verwacht wordt?
  • Welk tempo hou je aan?

De meeste leerlingen zullen zich met een digitale les grotendeels zelf met de leerkracht of docent moeten redden. Het is daarom ook belangrijk om de rol van de begeleider van de groep te benoemen. Geef aan wat de bedoeling van de activiteit is en waar hij of zij op kan letten in de begeleiding, maar ook waar hij of zij terecht kan als de techniek stokt.

Via digitale inclusie word je toegankelijk voor iedereen. Ontdek welke stappen jij kunt zetten

Tip 5. Blijf experimenteren en leren

Het is belangrijk om te blijven experimenteren, omdat digitale ontwikkelingen elkaar snel opvolgen. Blijf daarom in gesprek met je doelgroep. Denk daarbij aan de beslissers (leerkrachten en docenten) en aan de eindgebruikers (de leerlingen).

Digitale transformatie in organisaties is een continu proces. Door op kleine schaal te experimenteren creëer je aanbod dat je kunt aanpassen en doorontwikkelen. Pak de kansen die er zijn om jouw educatieve aanbod te verrijken met digitale middelen. Hiermee versterk je jouw educatieve aanbod versterken en bereik je meer doelgroepen.

Het programma 'Digitaal erfgoed voor het onderwijs' (Opent een externe link) (2019-2021) leverde veel kennis op over digitale cultuureducatie. De uitkomsten zijn verwerkt in artikelen en tips die je vindt via den.nl/digitale-cultuureducatie

Deel dit artikel

De DEN nieuwsbrief. Iedere maand in je inbox.

Alles wat je wil weten over digitale transformatie. Vol kennis, tips en inspiratie.