Transcript Cultuurshift aflevering 1: Het publiek van de toekomst

Dit is het uitgeschreven transcript van aflevering 1 van Cultuurshift. Dé podcast over digitale transformatie voor cultuurprofessionals. De eerste aflevering gaat over Het publiek van de toekomst. In deze aflevering gaat host Anic van Damme op bezoek bij Peter Gorgels, manager digital products Rijksmuseum en spreekt ze Mèlanie Bosveld, expert en marketingmanager bij (Kult & Ace en PACT). 

Mèlanie: Ik merk vanuit mijn ervaring dat heel veel merken en organisaties die jonge doelgroep willen bereiken maar dat ze eigenlijk geen idee hebben wat ze doen, hoe hun dag eruitziet.

Peter: Samenwerken met iets wat eigenlijk heel erg verrast, een contrast, dat geeft je merk eigenlijk ook weer een boost.

Anic in voice-over: Dit is Cultuurshift, een podcast van DEN, dé aanjager van digitale transformatie in de cultuursector. Ik ben Anic en in deze serie duik ik in de wereld van digitale transformatie. Want als er één ding is waar we echt niet omheen kunnen dan is het wel het groeiende belang van digitaal om de sector toekomstbestendig te maken. Door mee te gaan met digitale ontwikkelingen bereik je je publiek nu en in de toekomst.

Digitale transformatie, de term zegt het al, vraagt om een verandering, een shift binnen je organisatie en in de sector algemeen. Gelukkig zijn er al veel musea, theaters en poppodia die laten zien wat er allemaal mogelijk is. In deze podcast zoek ik die organisaties op en vraag ik ze naar hun successen en hun valkuilen. Daarnaast spreek ik met verschillende experts die mij alles kunnen vertellen over de rol van digitaal in cultuur. Want hoe bereik je nou een breder publiek? En hoe kan digitaal je helpen impact te maken? Je hoort het allemaal in Cultuurshift!

In deze aflevering gaan we het hebben over het publiek van de toekomst. Het traditionele cultuurpubliek is steeds meer aan het vergrijzen en culturele instellingen zullen moeten kijken hoe ze nieuwe generaties gaan aanspreken. Digitale middelen kunnen daar enorm bij helpen. Het Rijksmuseum is een van de culturele instellingen die hier al druk mee bezig is. Ik ga op bezoek bij het museum om hier met Peter Gorgels over te spreken. Hij is manager digital products bij het Rijksmuseum en weet me hier alles over te vertellen.

Peter: Digitale transformatie is natuurlijk heel erg belangrijk, want wij zijn het Museum Van Nederland. Dat wil zeggen dat de hele collectie eigenlijk tot alle mensen van Nederland behoort, alle belastingbetalers zou je kunnen zeggen. Wij vinden ook eigenlijk van de hele wereld, en ja, wij kunnen maar 8000 werken ongeveer in het museum laten zien. Maar van de 8000 van de miljoen één miljoen. Dat is dus maar een klein gedeelte. En digitaal is natuurlijk een geweldige manier om eigenlijk de hele collectie beschikbaar te maken, zowel voor onderzoekers maar liefhebbers, maar ook gewoon voor een heel breed publiek die met de collectie aan de slag kunnen.

Anic in voice-over: Het Rijksmuseum wil zijn werken delen met de wereld en daar is digitaal het perfecte middel voor. Daar zijn ze dan ook al flink wat jaren mee bezig.

Peter: We hebben dus tussen 2003, 2013 een hele grote renovatie gehad. En ja, omdat het museum toen maar beperkt open was, was er best wel ruimte om andere dingen, grote projecten, te doen. En toen is die visie ontstaan, het Museum Van Nederland, en zijn we eigenlijk begonnen met een grootschalige digitalisering.

Anic in voice-over: Het belangrijkste project was de rijksstudio. Een plek op de site van het Rijksmuseum waar iedereen de werken van het Rijksmuseum kan vinden, downloaden en gebruiken.

Peter: Het grote vernieuwende was toen dat we eigenlijk de hele collectie beschikbaar stelden. En wij zeiden ook eigenlijk van je kan ermee doen wat je wat je wil. Dus je kan het downloaden in hele hoge resolutie. En zelfs voor commercieel gebruik hoef je ons niks te betalen. Creative commons noem je dat dan, dat zijn een beetje dezelfde juridische regels als Wikipedia.

Anic in voice-over: Ze wilden dat de collectie ging leven en dat werd dan ook echt gestimuleerd.

Peter: Mensen konden daar hun eigen verzameling maken, en we stimuleerden ook dat mensen dus die werken dan in hoge resolutie downloaden en daar ook weer zelf iets nieuws van maakten.

Anic in voice-over: Nu de Rijksstudio staat, verschuift het Rijksmuseum zijn focus naar het vertellen van verhalen.

Peter: Rijksstudio was echt een heel goed concept, maar superstrak en ook super minimalistisch eigenlijk, omdat het een soort beeldgericht was eigenlijk. Dus een aantal jaar geleden hebben we met het Rijksmuseum gezegd, nou, we vinden eigenlijk de verhalen rond de collectie en de data ook heel erg belangrijk. Daar hebben we eigenlijk toen een soort storyplatform ook neergezet. Allerlei formats, video's maar ook meer interactieve formats en het idee daarachter is eigenlijk onze digitale strategie. Dat heet collectie, connectie, conversie. Het idee is eigenlijk een beetje dat wij willen verbinden het publiek, met kunst en geschiedenis, en dat doen we dan via story's. Via storytelling proberen we eigenlijk mensen meer begrip van bepaalde kunstwerken te geven en de verhalen achter de kunstwerken en conversie. Dat betekent eigenlijk dat we dit voor een groot deel online doen, die collectie connectie, ook in de social-media bijvoorbeeld. Maar de conversie betekent dan dat je uiteindelijk naar het museum komt of er een programma gaat doen, een rondleiding.

Anic in voice-over: Collectie, connectie, conversie vormt de digitale strategie van het Rijksmuseum. Ze proberen zo een connectie te maken met allerlei verschillende soorten mensen, ook met een van oudsher lastige groep voor musea: de jongeren.

Peter: We hebben eigenlijk heel lang als Rijksmuseum gezegd, hebben we een aantal doelgroepen? En we hebben heel lang gezegd: ja, die jongeren tussen achttien en dertig, die zijn vaak met hele andere dingen bezig. Die zijn bezig met hun leven opbouwen, studie, vrienden, vrienden maken, enzovoorts en die zijn minder geïnteresseerd in naar zo'n Rijksmuseum gaan. En dus laten we die eigenlijk een beetje gaan, die pikken we weer op als ze iets ouder zijn en misschien weer met hun kinderen komen. De laatste jaren zijn we daar een beetje van teruggekomen en ik denk dat we nu inderdaad toch ook wel meer echt op die jongeren gaan zitten, omdat we ook merken dat daar ook wel kansen liggen en dat ook wel belangrijk is om ook juist die jongeren ook aan je te binden.

Anic in voice-over: Jongeren zijn toch het publiek van de toekomst en je wilt ze daarom nu al binnenhalen. Voor veel culturele instellingen is het wel een lastige groep om te bereiken en een goede digitale strategie is dan ook heel belangrijk.

Mèlanie: Wees waar de doelgroep is en de doelgroep is op social-media.

Anic in voice-over: Je hoort hier Mèlanie Bosveld. Zij is oprichter van het bedrijf Kult And Ace dat organisaties en merken helpt om verbinding te maken met de jongere generatie. Zij weet dus alles over deze doelgroep. Ik ben dan ook wel benieuwd uit welke generaties deze doelgroep precies bestaat?

Mèlanie: Dat zijn de generaties Gen Z en millennials. Ze zijn natuurlijk allemaal individuen, dus allemaal anders, maar over het algemeen kan je wel wat kenmerken er uithalen. Gen Z is heel erg digital native, zijn natuurlijk opgegroeid met internet. Millennials hebben de opkomst van internet meegemaakt en alles wat zich daaromheen beweegt. Gen Z is dus heel erg gewend om dingen onder één druk op de knop te hebben, willen snel informatie, zijn ook gewend om heel veel tegelijk te doen, omdat je eigenlijk alles kan worden tegenwoordig. Dus je kan een dj-tutorial downloaden van internet, je kan via een TikTok filmpje weten hoe je fashionontwerper wordt en ze denken dus ook dat ze alles misschien moeten. Dus er is een enorme druk op hun schouders, waar de millennials vanuit hun ouders nog iets meer zijn gewend om één vak te kiezen. Of ja, goede studie, goede baan, gezin, dat is nog echt de klassieke manier van van leven, wat zij hebben meegekregen en Gen Z gooit dat eigenlijk allemaal een beetje om. Het is een generatie waar je kan zeggen dat alles dichterbij is. Dus globaal denken. De generatie daarvoor was niet zo connected met de rest van de wereld en je ziet dat dat oploopt hoe jonger de generatie wordt. Millenials hebben dat ook. Alle twee de generaties zijn betrokken bij de wereld, waarbij Gen Z dan wel op een andere manier activistisch is dan de millennial. De millennial, aanhakend op hun leeftijdsfase, hebben vaak misschien een vaste baan, wonen alleen of met een gezin en zijn wat meer gesetteld. Terwijl Gen Z nog overal achteraan zit en alle indrukken krijgt en heel veel tijd heeft om daar achteraan te gaan en om zich daar hard voor te maken. Dus ze staan echt op de barricades.

Anic in voice-over: Mede door de opkomst van het internet en social media zijn deze generaties naar hele andere dingen op zoek. Daar moet je als organisatie op inspelen, maar veel weten niet goed hoe.

Melanie: Ik merk vanuit mijn ervaring dat heel veel merken en organisaties de jonge doelgroep willen bereiken, maar eigenlijk geen idee hebben wat ze doen, hoe hun dag eruitziet, wat hun behoeftes zijn. En dan kan je pas een echte connectie maken met de doelgroep. Dus weet waar ze behoefte aan hebben. Kijk wat hun normen en waarden zijn, hun pijlers, hun drijvers.

Anic in voice-over: Wanneer je daar achter wilt komen, zul je met de doelgroep in gesprek moeten gaan.

Mèlanie: Praten met de doelgroep en echt connectie maken met de doelgroep. Doe niet alleen deskresearch maar ga echt in gesprek, één van de slogans waarmee wij werken is: ‘nothing about us without us’, dus we willen echt de doelgroep betrekken bij de commerciële wereld en de culturele wereld. En dat doe je door een community op te bouwen.

Anic in voice-over: Een community opbouwen, waarbij je met jongeren in gesprek gaat om erachter te komen waar hun behoeftes liggen. Maar waar moet je op letten als je zo’n community op wil bouwen?

Mèlanie: Als het een organisatie is, zoals een museum, die denkt van ik wil weten wat de doelgroep bezighoudt en die gaat alleen maar kijken in nou ja, de dochter van een buurmeisje van. Dan kom je eigenlijk niet uit je eigen bubbel. Dus kijk daar ook voorbij, werk dus ook met partijen die misschien daar meer van weten. Wij werken vaak met focusgroepen. En ook niet één focusgroep maar meerdere focusgroepen zodat je echt met zekerheid kan zeggen wat er gebeurt en hoe die doelgroep over een bepaald onderwerp denkt. En als je dan meer naar de doelgroep kijkt, vertrouwen winnen van de doelgroep is belangrijk. Kijk ook hoe je die mensen benadert dat je niet denkt dat je alleen maar komt halen. Je moet ook echt geven. Dus wat geef je hun terug? Dus vergoed altijd de tijd, bijvoorbeeld.

Anic: Hoe zou je dat doen?

Mèlanie: Nou ja, dat is heel simpel. Een leuke experience bieden. Dus een pizzasessie, iets wat de jongeren ook tof vinden, maar vergoed ook in in geld. Gewoon, dus vergoed hun tijd.

Anic: Voor de tijd die ze kwijt zijn om jou te helpen met het onderzoek?

Mèlanie: Zeker ja, want we zien al te vaak dat de jonge doelgroep niet serieus wordt genomen, en daar wordt dus informatie gehaald, en dan is het “oké, dankjewel, we gaan ermee verder”, maar je moet echt een gelijkwaardige relatie creëren.

Anic: Ga ik meteen even advocaat van de duivel spelen: culturele organisaties hebben daar helemaal geen budget voor.

Mèlanie: Ja, nou, ja, dat is dat inderdaad een probleem waar je eigenlijk terugkomt op een soort van basis van DE&I: heb een breed netwerk en als je een diverse organisatie hebt met allerlei soorten mensen, jong, oud, allerlei achtergronden dan kan je al veel meer uit je eigen netwerk halen dan als je dat niet hebt.

Anic in voice-over: DE&I beleid staat voor diversity equity and inclusion, iets waar we het in aflevering 4 nog wat uitgebreider over gaan hebben. Het gaat over de inclusiviteit van jouw organisatie en de vraag of verschillende groepen mensen zich er thuis en gehoord voelen. Wanneer je een diverse organisatie hebt, is het ook veel makkelijker om in contact te komen met verschillende doelgroepen. Zo kun je een diverse groep jongeren verzamelen en erachterkomen wat er echt speelt.

Mèlanie: Wees deel van hun leefwereld. Dat is natuurlijk het mooiste, als jij een vast onderdeel kan worden. Dan heb je gewoon een score want dan ben je geïntegreerd in hun leven op een bepaalde manier, en daarvoor moet je weten waar je waarde kan toevoegen.

Anic in voice-over: Bij het Rijksmuseum zijn ze druk bezig om digitale middelen in te zetten om die jongeren te bereiken.

Peter: Je probeert eigenlijk heel erg op maat die jongeren te bedienen. Nou, dat doen we ook heel erg via allerlei onlinekanalen. We hebben dus een afdeling digitale marketing die eigenlijk alle onlinekanalen beheert. En anderzijds probeer je met meer, met slimme digitale marketingdingen, dus zo'n speciale doelgroep te bedienen.

Anic in voice-over: Het rijksmuseum heeft al verschillende dingen bedacht en georganiseerd om onderdeel te worden van die leefwereld van jongeren.

Peter: We hebben allerlei soorten vriendschappen, een soort memberships, in het Rijksmuseum. Je kan vriend worden.

Anic: Oh zo, een loyaliteitsprogramma eigenlijk.

Peter: Ja en we hebben ook sinds een aantal jaren dat heet Rijksmuseum next, nou ja, dat zegt het al, dat is eigenlijk tot 40 jaar.

Anic in voice-over: Het doel van Rijksmuseum next is om die nieuwe generatie te verbinden met kunst en cultuur. Ze kunnen met het lidmaatschap naar het museum en naar allerlei andere leuke activiteiten. Daarnaast denkt het Rijksmuseum ook na over hoe ze het museumbezoek zelf aansprekend kunnen maken.

Peter: We hebben bijvoorbeeld ook audiotours met DJs, dat noemen we soundtracks, ontwikkeld.

Anic in voice-over: Zo kun je informatie geven op een manier die aantrekkelijk is voor de doelgroep… want het blijkt best wel belangrijk om daarover na te denken.

Mèlanie: Dus als je altijd een leuk tekstbordje met, nou, dit is dit kunstwerk, en het komt daar vandaan en dit is daar en daarom gemaakt. Ja, als we dat altijd blijven doen, dan verandert er niks en dan kunnen we ook niet verder gaan en dan kunnen we ook niet andere doelgroepen aanspreken. Dus het is denk ik heel belangrijk dat we daar ook kritisch naar kijken, naar de zaken die we altijd al zo hebben gedaan. Zijn die nog wel van nu, spreken die nog de juiste doelgroepen aan en kunnen we die aanpassen?

Anic in voice-over: Ook bij nieuwe tentoonstellingen probeert het Rijksmuseum na te denken over het bereiken van jongeren.

Peter: We hebben rond de grote Vermeer-tentoonstelling een Vermeer Fest georganiseerd, waar ook duizenden jongeren op af zijn gekomen. Dus ook een heel groot succes.

Anic: Een festival?

Peter: Nou het is eigenlijk een avond waar ze het museum, de tentoonstelling, konden bezoeken. Maar er waren ook allerlei activiteiten omheen, ook juist een beetje een soort workshopachtige dingen. Juist heel fysiek hè, dus Gen Z, dus zeg maar de jongeren van nu, die zijn ook vaak heel erg geïnteresseerd in, bij wijze van spreken, borduren en tekenen. Dus dat soort dingen hadden we ook rond Vermeer georganiseerd, en die die waren ook de hele avond vol. Ik heb ook kinderen in de Gen Z leeftijd en die zie ik ook wel een beetje: enerzijds zijn ze superdigitaal, voor hen is dat eigenlijk gewoon normaal. Maar anderzijds zijn ze juist ook weer op zoek naar naar juist meer real life ervaringen en dat is wel iets waar we ook steeds meer naar gaan kijken.

Anic in voice-over: Het Rijksmuseum probeert zo de kunst weer een plek te geven in het leven van jongeren.

Peter: Kijk, je moet je voorstellen 15, 20 jaar geleden, toen werd het Rijksmuseum heel erg als als stoffig ervaren en kwam ook door het gebouw destijds. Wat natuurlijk ook best wel stoffig was, denk ik, maar ook het idee van de oude kunst. Wij zeggen nu: oude kunst bestaat niet, je hebt geen oude meesters, je hebt gewoon meesters. Wij vinden Frans Hals voor meer ook een moderne kunstenaar op een bepaalde manier. En dus we zijn dat heel erg gaan stimuleren. Door die strategie te gaan ontwikkelen zie je eigenlijk dat veel weer hip of weer leuk gevonden wordt, om ook van oude kunst te genieten en om daar ook iets mee te doen. Dus ja, dus die gedachten hebben we voortdurend en op een gegeven moment zijn we ook in contact gekomen met Guerrilla games die in Amsterdam zijn gevestigd. Die hele grote videogames maker, die ook internationaal ook meedoet met de grote jongens in Los Angeles. En zo dus echt de grote videomakers.

Anic: Een grote speler inderdaad.

Peter: En ja, en toen zijn we natuurlijk in contact gekomen en hebben gezegd: ja, zou het ook niet gaaf zijn, we zijn toch allemaal Amsterdammers, allemaal Nederlanders.

Anic: Heel goed de gemeenschappelijke drager vinden.

Peter: Om die rijksmuseumcollectie ook een plek te geven in de volgende game, en uiteindelijk hebben ze een een mooie plek gekregen. Ik geloof wel dat je een beetje het hoogste level moet halen om onze werken te zien. Ze zijn niet meteen te zien, maar je moet wel wel wat voor doen, je moet wel flink door gamen.

Anic: Ja, precies. Het is de game ‘Horizon Forbidden West’ waar die te zien is toch?

Peter: Ja, ja, ja.

Anic in voice-over: Deze samenwerking met Guerilla Games is volgens Mèlanie een goed idee.

Mèlanie: Je moet zijn waar je doelgroep is en zij hebben goed begrepen dat er een heel groot deel van de jongeren gamet en dus ook niet in your face, dat je echt probeert de doelgroep te bombarderen met informatie of aan te geven van musea en kunst, kunst is goed voor je, dit moet je kijken of dit moet je lezen. Het is heel organisch waardoor de doelgroep het ook meer accepteert en je plant eigenlijk hiermee denk ik een zaadje dat jongeren op een gegeven ogenblik denken van hé, dit heb ik eerder gezien. Dit is interessant en dat werkt wat mij betreft beter dan het echt te pushen richting de doelgroep.

Anic in voice-over: Maar Mèlanie waarschuwt wel dat het oprecht moet zijn.

Mèlanie: Haal het er niet bij. Ga niet reverse engineeren van oh, we willen iets met een game. Oh wat kunnen we dan doen? Oh ja, er is hier een game en dit zijn wij. How can we make that work? Dus bekijk echt van wat bieden wij en en eventueel, als je iets met games zal doen, welke game past daar dan bij? Wat is een logische combinatie?

Anic in voice-over: De samenwerking tussen Guerilla Games en Rijksmuseum was logisch en komt voort uit goed relatiemanagement, Dit soort samenwerkingen met merken en bedrijven die jongeren vet vinden, kunnen je organisatie verder helpen.

Peter: Ik denk aan dat voorbeeld van die game. Is het daar eigenlijk als een kans gezien? Een wereld waarin wij niet zo snel te zien zijn. Dus dan heb je een soort co-branding noemen, ze dat dan. Dus dat je eigenlijk samenwerkt met iets wat eigenlijk heel erg verrast, een contrast, en dat geeft je een push. Dus we hebben natuurlijk in de lancering van die game natuurlijk ook gezamenlijke persberichten gestuurd met Guerilla games en een video gemaakt. Die wordt dan weer online verder verspreid. Dus dat geeft dan wel, dat geeft je merk weer een soort verjonging.

Anic in voice-over: Zo kan je ze nog steeds aanspreken, ook als je eigen product misschien niet heel sexy is voor de doelgroep. Mèlanie denkt dat er eigenlijk altijd wel een manier te vinden is om met de doelgroep te matchen.

Mèlanie: Waar overlap je in? In behoefte, in normen, waarden, in in een drive? Waar is die soft spot of die sweetspot? En als je daarvan uitgaat kan je altijd overeenkomsten vinden, ook al is je product niet heel sexy.

Anic: Kan je een voorbeeld noemen?

Mèlanie: Nou ja, scheermesjes zijn niet echt sexy. Je hebt natuurlijk Gilette, die maakt dat helemaal glad en heel slick zijn de advertenties ook letterlijk. Weet niet of je het nog nog kan herinneren met die mooie mannen die dan voor de spiegel staan. Maar nu heb je de dollar shave club. Die heeft het helemaal omgebogen en die heeft daar een soort van komische insteek op opgepakt, waarbij ze iets zeggen van ‘Our blades are just fucking great’, met een hele grappige campagne waar ze zichzelf eigenlijk heel erg op de hak nemen. En dat spreekt de doelgroep heel erg aan. Dus hun ja filmpjes zijn eigenlijk viral gegaan, waardoor ook de liefde voor hun merk toeneemt waardoor iets simpels als een scheermesje eigenlijk heel aansprekend wordt voor de doelgroep. Dus ze hebben heel goed gekeken oké, waar gaat die generatie op aan? Nou, humor is daar één van en jezelf niet al te serieus nemen, bijvoorbeeld.

Anic in voice-over: Humor is iets wat jongeren veelal aanspreekt en daar maakt ook het Rijksmuseum gebruik van.

Peter: Je ziet ook wel verschillende soorten tone of voice die we hebben. Op social-media zijn we vaak iets iets grappiger, proberen we ook weer humor te hebben. En hebben we soms een soort kleine animaties van kunstwerken. We proberen ook op een andere manier te communiceren, met humor, beetje tongue in cheek noemen we het vaak, misschien is dat een toon die goed bij ons past.

Anic in voice-over: Dit kan dus goed werken, maar je moet wel zorgen dat je begrijpt wat jongeren als humor zien en daarbij ook oppassen dat het bij je merk past.

Mèlanie: Daar wordt bijvoorbeeld heel vaak ook bijvoorbeeld straattaal gebruikt, terwijl je denkt: het merk is helemaal niet geboren vanuit een culture perspective. Vooral een jonge doelgroep prikt vaak door windowdressing en nepheid heen. En dan ben je al afgevallen dus dan moet je alsnog weer die achterstand goed maken. Dus dan blijf je aan de gang. Dus je kan beter kleiner beginnen, maar wel authentiek, dan dat je probeert mee te gaan op trends of waves die eigenlijk helemaal niet als organisatie bij je passen.

Anic in voice-over: Het belangrijkste is dan ook dat organsiaties helder hebben waar ze zelf voor staan. Dan kun je daarna gaan nadenken over hoe je dat kan verbinden met de interesses en de leefwereld van jongeren.

Mèlanie: Je begint voor mijn gevoel in een organisatie, bij inderdaad je eigen DNA, dus je eigen brand strategy. Waar sta je voor, je missie, visie, je pijlers en vanuit daar kijk je oké, hoe bevindt mijn organisatie zich in de markt, in de wereld? En hoe komt dit over bij de doelgroep? En waar zijn dus die overeenkomsten, die sweet spot met de doelgroep? En vanuit daar kan je natuurlijk een hele strategie hierop loslaten en creatieve ideeën bedenken. Stel dat is innovatie. Nou, wat vindt de doelgroep van innovatie? Hoe zien ze dat? Is dat bijvoorbeeld AI? Kan je daar wat mee als organisatie of is innovatie juist een soort van lifehacks, dat kan het ook zijn. Wij denken natuurlijk, als oudere jongeren, zeg maar, heel vaak vanuit onze eigen bubbel wat voor ons innovatie betekent, maar een jongere kan iets heel anders daarmee bedoelen.

Anic in voice-over: En zelfs als je een duidelijke strategie hebt, dan kan je nog steeds soms de plank misslaan.

Peter: Soms ga je ook een beetje op je bek, om het een beetje lelijk te zeggen. Dus dat kan ook gebeuren, maar dat leert dan ook weer, dan leer je van de feedback. Ik kan één voorbeeldje misschien geven. Want we hadden wel iets met Midjourney gemaakt. Eigenlijk twee kunstwerken geblend heet dat dan, hè, dus je remixt het eigenlijk. Volgens mij een zelfportret van Van Gogh en en zelfportret van Rembrandt met zo'n tulband. En daar hadden we met Midjourney één kunstwerk van gemaakt en op socials geplaatst. Toen moesten mensen raden welke kunstenaars het waren. En toen zag je inderdaad meteen een reactie van oh, wat flauw! Dat moeten jullie niet doen, Rijksmuseum, maar goed dat ook door zo'n een keer te proberen en dan zie je die feedback en daar leer je dan weer van.

Anic in voice-over: Laat dit soort dingen je niet tegenhouden, want dit is juist weer leerzaam. Experimenteren is superbelangrijk, zeker met de nieuwe generatie die er aan komt.

Mèlanie: Dat is Gen Alpha natuurlijk, die staan al te trappelen om de nieuwe generatie te worden en die zijn nog meer digital native dan Gen Z. Dus die swipen al tv-schermen et cetera en zij groeien op in een wereld die, denk ik, totaal anders is dan dat van de millennials. Zij groeien op in een wereld waar AI, VR, AR gangbaar zijn en ik denk dat dat echt een disruptie gaat betekenen in de manier waarop wij leven, maar ook de manier waarop wij marketing bedrijven. Je ziet nu al dat chat-GPT echt heel veel werk kan overnemen van mensen. Ook social content en dat gaat alleen maar beter worden. Het is nu nog een beetje krakkemikkig omdat je denkt van nou, ja, het ziet er niet echt heel slick uit, maar we staan pas in het begin. Dus ik zou organisaties ook willen aanraden om daar alvast mee te gaan experimenteren. Dus als je heel simpel socialmediabeeld of als je beeld voor campagne wil hebben kijken of je iets kan genereren. Kijken of je bepaalde taken misschien wel door, nou ja, kan laten schaduwen door AI of een basis kan leggen met AI.

Peter: We kijken nu bijvoorbeeld naar AI-tools hè, dus artificial intelligence daar kun je dan met zo'n programma als Midjourney bijvoorbeeld kun je allemaal heel snel nieuwe beelden creëren, ook op basis van bestaande beelden. En daar experimenteer je ook een beetje mee.

Anic in voice-over: En dat is niet het enige waar het Rijksmuseum mee bezig is op het gebied van digitale transformatie.

Geluid museum

Anic: Wat is dit voor vleugel?

Peter: Dit is de zogenaamde special collections, serviezen, scheepsmodellen die eigenlijk een waarde op zichzelf hebben. Maar dan op een hele mooie, prachtige visuele manier, als een soort schatkamer hier worden tentoongesteld.

Anic: We staan hier naast een vaas, een hele grote vaas, tenminste een hele grote- ja toch een meter hoog. Hoe zou dit er nou uitzien in een rijksstudio?

Peter: Ja, meteen een interessant voorbeeld, hè, want een heleboel werken die we hebben zijn schilderijen, vooral tekeningen, prenten. Dit is dus een vaas en dat is eigenlijk iets waar we nu ook mee begonnen zijn: de digitalisering. Dat is een eigenlijk een kunst op zich, hè, om een werk 3D te digitaliseren. Dat je met alle lichtval en alle schaduwvorming, een echt realistisch, bijna op wetenschappelijk niveau, van alle kanten een goed beeld vormt. En dat is vaak maatwerk hè, met 2D kun je vaak meer in bulk digitaliseren maar zulke voorwerpen zijn bijna allemaal maatwerk met speciale fotografie-opstellingen of andere moderne technieken die daarvoor gebruikt worden. Dus het is meteen een heel interessant voorbeeld. Iets wat we de komende jaren ook veel meer gaan doen, zodat je er ook mooi door al die werken heen kan gaan.

Anic: En als we kijken naar de plannen voor de komende jaren, wat als het gaat om digitale transformatie? Wat staat er nog op stapel of wat staat er nog op je wishlist?

Peter: Zoals ik al eerder een beetje vertelde, we zijn heel erg bezig met die vernieuwing van die onlinecollectie, waarbij storytelling ook veel belangrijker gaat worden. We gaan eigenlijk alle informatie die we hebben ook digitaliseren. Daar zijn we wel heel erg mee bezig. En die gaan we eigenlijk op een gestructureerde manier aanbieden. Dus als jij bijvoorbeeld over deze vaas iets wil weten, dan zul je al die data, misschien krantenartikelen van 50 jaar geleden, die kun je dan ook over zo'n vaas vinden, allerlei dingen. Dus dat wordt allemaal samengebracht in een hele gebruiksvriendelijke website. En ja, wat we daar ook kunnen doen, is die storytelling ook filmen overheen brengen. Dus als we mooie verhalen hebben van een conservator, bijvoorbeeld over deze vaas of over deze, al die vazen die je hier ziet, dan plaatsen we die video of een ander format, plaatsen we die er ook bij, zodat je ook weer die die connectie ook weer met storytelling hebt. En wat we ook willen, is dat we ook tools aanbieden, dat mensen zelf ook dit soort storytelling dingen zelf kunnen maken, dus dat ze zelf misschien ook zo'n videootje kunnen maken en dan op social media kunnen plaatsen. Dus we willen ze behalve die pinterest-achtige verzamelingen die ze nu kunnen doen, willen we ook ook meerdere andere tools gaan aanbieden om ook storytelling toe te voegen aan de verhalen die wij al vertellen.

Anic in voice-over: Wanneer je met digitaal een jongere doelgroep wilt aanspreken dan is er ontzettend veel mogelijk. Peter en Mèlanie hebben dan ook beiden nog een tip voor iedereen die hiermee aan de slag gaat.

Peter: Liever een paar dingen goed doen dan een heleboel dingen niet zo goed, zou ik maar zeggen, of middelmatig, ja, ja, dus ik denk dat dat wel heel erg belangrijk is

Mèlanie: Het kost natuurlijk heel veel tijd om al die platformen aanwezig te zijn en heel veel culturele organisaties hebben dat budget of die tijd gewoon niet. Dus ik zou aanraden om het slim aan te pakken: kies één platform, of nou ja, wat dan voor jou organisatie, gangbaar en realistisch is, en werk daarnaast met partners. Dus als jij een samenwerking doet met een groot merk, wat heel bekend is in de Gen Z-generatie, dan kan je ook op hun socials aanwezig zijn met die samenwerking en dan hoef je niet per se een eigen socialkanaal te hebben.

Anic in voice-over: Wil je nog meer te weten komen over het publiek van de toekomst? Kijk dan op den.nl.

Luister ook naar de andere afleveringen in deze podcast! In de volgende aflevering gaan we het hebben over creatie en beleving. Want hoe veranderen kunstvormen door die digitale middelen en wat vindt het publiek daar eigenlijk van? Om daarachter te komen reis ik af naar Eindhoven waar ik met Jos Feijen van Effenaar spreek.

Lees ook de transcripten van de andere afleveringen

  1. Het publiek van de toekomst
  2. Nieuwe creatie en beleving
  3. Wat is digitale transformatie?
  4. Digitale toegankelijkheid en inclusie
  5. Impact denken, sturen en meten

    Deel deze pagina

    De DEN nieuwsbrief. Iedere maand in je inbox.

    Tips, inspiratie en kennis over digitale transformatie in de cultuursector